Ons speelveld: een weiland achter de eerste flat van de Componistenbuurt. Of was het de laatste van de vier? Dat maakt ook niks uit, het is maar net vanuit welk perspectief je het bekijkt: is dat niet met alles zo in het leven?
Met kronkelende slootjes om overheen te springen, een wandelpad naar het zwembad en elke dag verkocht de boer er verse koeienmelk. Die bewuste dag was het net voor etenstijd, mijn nichtje en ik waren op weg naar huis. Plotseling stonden we verstijfd van de schrik stil en keken we recht in de ogen van twee honden.
In de tijd, omgeving en familie waarin ik opgroeide, kwamen gemengde relaties weinig voor. Dit ondanks het feit dat mijn moeder, via de Brits-Caraïbische man van haar zus, mijn vader had leren kennen. Hun relatie werd geaccepteerd, maar er werden wel opmerkingen gemaakt over zijn huidskleur en afkomst. Direct en indirect voelde ik me daardoor anders. Ik werd niet uitgescholden of genegeerd, maar er waren altijd die grapjes en opmerkingen. Of ik mijn huidskleur kon afvegen? Ik hoefde me niet te schminken als zwarte Piet. Was ik geadopteerd? En hield mijn moeder evenveel van mij als van mijn blonde zus? Bizar, toch!
Om mijn moeder te ontlasten, kwam haar oudste zus vaak bij ons logeren. Mams was moe en neerslachtig: ze combineerde haar opleiding tot verzorgende met de zorg voor het gezin en dat eiste zijn tol. Onze tante werd gezien als de spil van de familie. De band tussen haar en mijn moeder was sterk, maar diepgewortelde problemen speelden er ook. Hoewel ze het waarschijnlijk niet slecht bedoelde, waren haar woorden vaak doordrenkt van een gemeen en sarcastisch randje. Zo kreeg ik tijdens mijn tienerjaren negatieve reacties toen ik twintig kilo afviel. Zij, samen met andere familieleden, zagen niet de strijd die ik voerde tegen mijn overgewicht en mijn vastberadenheid om als jonge vrouw mooi en vooral gezond te zijn. ‘Je gezicht wordt zo smal, we herkennen je niet meer,’ zeiden ze. Ook werd ik raar aangekeken toen ik enthousiast vertelde dat ik na de mavo naar de havo zou gaan, om daarna een hbo-studie op te pakken. Met rollende ogen liet mijn tante me weten dat ik me vooral niks moest inbeelden en beter fulltime kon gaan werken.
Terug naar de twee honden: achter hen kwamen ze aangelopen. Het gezin: vader, moeder en twee zoons van onze leeftijd, vermoed ik. En hoe oud waren wij nou helemaal? Mijn nichtje zes en ik veertien, zoiets. Even daarvoor was er nog niets aan de hand, maar nu stonden we aan de grond genageld van schrik. De vader schreeuwde en zijn onderwerp was mijn bruine huidskleur. Het deed me denken aan de keer dat mijn tante mij voor ‘zwart monster’ had uitgescholden. Ik was doodsbang, maar dat liet ik niet zien.
Ook bang, verdrietig of geschrokken was de jongste zoon. Zijn gezichtje zie ik nog voor me: kinderlijke onschuld en in zijn blik pure verbazing over het feit dat wat er op dat moment gebeurde niet oké was. Zou de haat van zijn vader impact op de rest van zijn leven hebben gehad? Want, racisme treft niet alleen de persoon die gediscrimineerd wordt: het heeft impact op ons allemaal.
Natalie
(Foto: Erik Mclean@Pexels)